Bij het open schuiven van de gordijnen was hij daar dan eindelijk: de zon! Maar ook nog wolken en even later zoveel mist dat de eilandjes die even verderop lagen niet meer te zien waren. Gelukkig trok de mist en bewolking snel op, zodat we na een opnieuw prima ontbijt met blauwe luchten vertrokken naar het plaatsje Bud, waar de Atlanterhavsvegen route die we vandaag rijden begint.

Deze route is door vele reisbladen en programma's tot een van de mooiste ter wereld uitgeroepen en is 36 kilometer lang, al is het hoogtepunt eigenlijk maar een kilometer of acht. In die acht kilometer zijn erg kleine eilandjes met zeven, vaak prachtige, bruggen verbonden. Deze eilandjes liggen letterlijk in de Atlantische Oceaan. Aan het eind van de bruggen ligt een groot eiland, dat door deze weg eindelijk zonder veerpont toegankelijk werd. De bouw van dit kleine stukje weg duurde 6 jaar en de bouwers kregen 12 orkanen over zich heen.

De weg en vooral de Storseisundbrua die vooraf gegaan wordt door de Myrbærholmbrua is heel gaaf om te zien. Bij die laatste staan tientallen vissers die veel vis vangen. Als Ingeborg er iets over zegt tegen een Frans stel met een camper krijgen we gelijk verse vis aangeboden. De plek is bekend omdat er door de stroming kabeljauw, (zwarte) koolvis en markreel zwemt. We maken nog wat foto's en een filmpje met de drone en rijden daarna verder.

Later is er ook nog een tunnel aan de andere kant van het eiland gebouwd (Atlanterhavstunnelen). Deze tunnel is ruim 5,8 kilometer lang en ligt op zo'n 250 meter diepte onder de oceaan oppervlakte. De tunnel is een toltunnel, maar electrische auto's mogen er gratis door heen. We komen uit in Kristiansund, het noordelijkste plekje van deze reis. Na een lekkere kop koffie rijden we door naar de supercharger van Aspøya en laden de auto propvol voor de reis naar Oppdal. Ook deze route is prachtig en we zien voorlopig de laatste fjorden aan ons voorbij schuiven.

Oppdal blijkt een wintersport dorp. Het grootste gebouw in het dorp blijkt ons hotel te zijn, wat ondanks dat het zomer is zelfs nog redelijk bezet blijkt te zijn. Het ziet er allemaal erg netjes en nieuw uit. We eten lekker in het restaurant van het hotel en vallen al vrij snel weer in slaap.