De laatste dag van de vakantie is aangebroken. Gisteravond eerst een lekker diner in de bar/lounge van het resort. Voor Ingeborg werd het een flatbread pizza met artisjokken, tomaatjes, pesto en kaas. Voor Erwin een club sandwich met frietjes, waarbij de hoeveelheid kalkoen zo groot was dat je er bij Albert Heijn tenminste twee setjes vleeswaren voor meer moest nemen. Beiden kregen we het dus niet compleet op en gingen goed gevuld weer naar onze kamer. Nog even wat TV kijken en daarna lekker geslapen in een heerlijk bed. Vanmorgen besloten we geen ontbijt in het hotel te nuttigen, maar op weg naar de Boneyard een Starbucks op te zoeken en daar een stuk cake (iets dikkere plakken die wij normaal snijden) te nuttigen samen met een lekkere kop koffie. Toen door naar het Pima Air Museum. Hier waren we twee jaar geleden ook al, maar toen bleek dat er geen tours over de Boneyard zijn in het weekend. We kwamen rond 10:45 aan en werden welkom geheten door een vriendelijke oudere man, die gelijk wilde weten waar wij vandaan kwamen, want hij was nog gestationeerd geweest op de vliegbasis in Soesterberg. Om half twaalf konden we de tour doen, dus liepen we nog even door het museum, waar we ondermeer de Blackbird (het snelst bekende spionage vliegtuig ter wereld), B52 bommenwerpers en de oude Airforce One (het vliegtuig waarin de Amerikaanse president wordt vervoerd) bekeken. Toen de bus in en met zo'n 50 anderen een rondje gereden over de Boneyard. Hier staan ruim 4400 vliegtuigen, helikopters en straaljagers. Bij de meesten zijn alle naden, glas en andere fragielere delen ingepakt, zodat stof en zand er geen invloed op hebben. De vliegtuigen staan hier namelijk niet voor niets. Sommigen zijn door een bepaalde luchtmacht niet meer in gebruik en wachten op een nieuwe koper. Anderen staan er om langzaam maar zeker gesloopt te worden, waardoor voor vliegtuigen die niet meer in productie zijn er nog reserve onderdelen beschikbaar zijn. Daarmee is de Boneyard de enige militaire basis in de VS die geld opbrengt in plaats van kost. Per jaar zo'n 650 miljoen dollar wordt er verdient aan die onderdelen. Daarna eerst wat eten. Deze keer bij de Applebees. Ook hier weer veel te grote porties. Dan nog even naar Saguaro National Park. Daar staan vele duizenden enorme cactussen. Waren we de vorige keer in het oostelijke deel van het park, dit keer reden we door het westen. Mocht iemand er ooit nog naar toe gaan, neem het oostelijke deel. Dat deel is veel meer een park. Het westelijke deel meer een doorgaande weg door de cactussen. Maar om die giganten in zo grote getalen weer even te zien is wel weer bijzonder. Dan op naar de eindbestemming van deze vakantie: Phoenix. Daar hebben we net als in Tucson via Priceline een 5 sterren resort geboekt voor minder dan 100 euro. De verwachtingen waren dus opnieuw hoog gespannen. Maar eerst door het drukke verkeer van Phoenix (een agglomeratie van zo'n 4,1 miljoen inwoners), want het resort ligt er net ten noorden van. Gelukkig mochten we met twee inzittenden over de carpool strook, dus dat ging lekker vlot. Ook het resort was snel gevonden. Dan gebeurt er iets dat je niet verwacht. Bij het oprijden van het terrein van het resort staat er een mannetje die je welkom heet en vertelt dat je nog een mijl moet doorrijden om bij het hoofdgebouw te komen. Tijdens die 1,5 kilometer slinger je tussen de twee golfbanen die het resort rijk is door. Eenmaal bij het hoofdgebouw stapt er gelijk iemand op je toe die je welkom heet en vertelt dat je kan gaan inchecken en dan laden zij de bagage vast uit. Eenmaal ingecheckt worden we door weer een andere mannetje met een golfkar naar ons appartementje gereden. Met een kleine omweg om de wilde zwijnen die er rondlopen te zien, word je afgezet. Of er nog een butler moet komen om je koffers uit te pakken? Als je ergens heen wilt, het 24 uur per dag geopende zwembad, een van de restaurants op het resort, de golfbaan. Bel de bellboy en hij komt je 24 uur per dag met z'n golfkar rondrijden. Fooi geven, nee... All-included... |